Babi pangang en Saté met nasi

Print

Bereiding

• Week de satéprikkers in water.
• Marinade voor Saté Babi (Dag van te voren)
  Meng de sjalotten, knoflook, ketoembar, gember en laos en vermaal het. Bak vervolgens
  tot de kruiden gaar zijn in een laagje zonnebloemolie.
  Meng het vlees met de gebakken kruiden, tamarinde, peper, zout, een beetje olie en
  bruine suiker. Alles moet goed vermengd zijn.
  Rijg het vlees aan de satéstokjes.
  
• Begin met het maken van de pindasaus. ​​​​​(Dag van te voren). Pel voor de boemboe (=kruidenmengsel) de ui, knofook, gember met de rode peper, korianderpoerder en zonnebloemolie tot een fijne pasta (gebruik staafmixer met kleine reservoir). Kneus de serehstengel. Verhit een scheutje olie in een pan en fruit de boemboe twee minuten. Voeg de gekneusde serehstengel toe. Blus af met de kokosmelk. Voeg de pindakaas lepel voor lepel toe en breng aan de kook. Breng op smaak met de bruine suiker en citroensap, sojasaus, gekneusde limoenblaadjes of tamarindepasta. Verdun eventueel met water. Laat het inkoken tot de gewenste dikte. Eventueel iets pindakaas toevoegen om dikker te maken.
• (Paar uur van te voren) Voor de bereiding van het vlees breng je eerst het water met de gesneden knoflook, steranijs, gemberpoeder, bruine suiker, ketjap, sambal en rijstwijn aan de kook. Leg de karbonades er in en doe de deksel op de pan. Laat het ongeveer 10 minuten zachtjes koken en zet dan het vuur uit. Ze mogen in het vocht afkoelen tot je ze nodig hebt.
• Kook de rijst zoals op de verpakking. Doe dit in kippenbouillon in plaats van water. Giet de rijst af en laat helemaal afkoelen met de deksel erop.
• Voor de saus snij je de ui en knoflook fijn en fruit je deze in een klontje boter. Voeg de steranijs en de komijn toe en roer het mengsel om. Doe de suiker en het sap van de atjar tjampoer erbij. Vervolgens de tomatenpuree en de geraspte gember. Roer de saus en breng aan de kook. 
  Maak een papje met een beetje water en maizena. Roer in de saus terwijl je een beetje maizena toevoegt. De saus zal nu binden. Als de saus de gewenste dikte heeft, doe je het vuur uit. Vergeet de steranijs niet uit de saus te halen.
• Haal het vlees uit de marinade en laat uitlekken. Giet nog een klein beetje van de marinade in de saus die je zojuist gemaakt hebt. 
• Snij de prei, de ui en de peper. Bewaar dit even. 
• Voor de nasi maak je eerst het roerei, door een pan met een scheutje olie te verwarmen en daar de eieren in te breken. Blijf roeren in de pan, totdat het roerei klaar is. Haal het ei uit de pan en bewaar. De pan hoeft niet schoon! 
• Je kan nu in dezelfde pan eerst de ui, dan de prei en de rode peper bakken. Snij de ham in vierkantjes en bak het even mee. Vervolgens kan je ook het roerei en de knoflookpoeder toevoegen. Voeg als laast de rijst toe. Schep de nasi goed om, zodat de rijst weer lekker warm wordt. 
• Dep het vlees droog met keukenpapier of een theedoek en bak het krokant in een flinke laag olie. Ongeveer 2 a 3 minuten per kant. Snij het vlees in dunne reepjes.
• Saté grillen met behulp van een barbecue of grilmachine, af en toe besmeren met zoete
  kecapsaus. Bak de sateetjes op de grilplaat, totdat ze lekker krokant zijn.
• Snijdt en wok de paksoi kort.